Er zijn verschillende bronnen die beweren dat organische landbouw even productief is als intensieve landbouw. Dat zou betekenen dat onze huidige petro fertilizer afhankelijke voedsel productie (de momenteel onder spanning staat) niet alleen bijdraagt aan het klimaat probleem en grootschalige vervuiling en degradatie van het milieu, maar dat bovendien volstrekt zonder reden doet. In een zoektocht naar voorbeelden van hoge productiviteit zonder olie afhankelijke inputs stuitte ik op onderstaand bericht:
"Scientists are still trying to figure out how a plot of organic
winter wheat at the Post Research Farm west of Bozeman hit the 101
bushels per acre mark. Nearby organic test plots were almost as good,
yielding "in the high 90s," said Perry Miller, Montana State University
cropping systems researcher."(bron)
Organic : 101
bushels per acre
Organische productie is meer variabel, en hangt vanzelfsprekend af van de hoeveelheid nutrienten die op organische wijze in de grond is terecht gekomen, het voorkomen van pests en insecten en het weer. Maar het is duidelijk dat bovenstaand resultaat een black swan is als het gaat om het idee dat intensief boeren beter is. Hieronder een staat van normale productie volumes.
(bron)
Ik wil niet beweren dat in alle situaties intensief minder productief is dan organisch, maar wel dat we hier een gigantische kosten besparing en bron van autonomie en klimaat mitigatie laten liggen. Intensief bebouwde grond is dode grond, is als een lege batterij na elke oogst. Bedrijven als Monsanto weten dat ze de wereld een doodlopende weg in sturen. Het gedrag van Monsanto is al jaren een gevaar voor de biodiversiteit en de menselijke gezondheid.
Organische grond is als een zonnepaneel, dat de energie en nutrienten voor de volgende oogst zelf verzameld. Wat gebeurt er als intensieve productie niet meer te betalen is? Dan is het intensief bebouwd land enige jaren niet productief omdat het uitgeput is (wat ik maar de post-petro food gap noem). Het is daarom verstandig om zo snel mogelijk de overstap te maken, voor het milieu, voor de kosten besparing, voor het klimaat en voor de voedselveiligheid.