Heeft u interesse in een offerte, stuur ons dan een email via info@greencheck.nl, er geven korting als zich meer dan drie mensen in een straat of buurt melden.
Eind 2012 hebben we een project afgerond van 9 zonnepanelen. Deze waren gewenst op een plat dak, met het expliciete verzoek om ‘bakken’ te gebruiken in plaats van andersoortige steunen. Hieronder een aantal foto’s.
Het doel was om het dakoppervlak zo goed mogelijk te benutten. Daarbij moest echter worden nagedacht over de ballast die panelen nodig hebben. Op een dak van 2 hoog is dat snel 60-90 kilo, en dat zou bovenop het aanwezige grind komen. Ook stond er op het dak een opbouw voor de CV installatie. Deze zou voor schaduw zorgen, iets dat panelen snel uitschakelt, zoniet een oververhittings risico kan betekenen.
Het dak was wel mooi Oost West zodat het mogelijk was panelen vrijwel pal Zuid op te stellen. Het dak aan de Zuidkant was later toegevoegd, en omdat niet bekend was hoe de balken liepen en hoe sterk het dak was werd dat even buiten beschouwing gelaten.
Bovenstaande schets is van voor het bezoek op basis van Google Earth. De inschatting was 8 panelen, of meer maar dan rechtop, iets dat veel lastiger is omdat de panelen dan meer wind vangen. Uit eropvolgende gesprekken bleek dat de ‘bakken’ een vereiste waren. Het dak stond net twee rijen panelen toe bij een hoek van 30 graden.
Renusol
Toen de eerste SDE regeling gold, tot 2004 oid, kon men panelen van Shell kopen met bijbehorende plastic bakken. Deze zogenaamde ‘Consoles’ waren toen goedkoop, het is toch plastic, 5 kg om precies te zijn. Tegenwoordig lopen de prijzen uiteen van 40 tot 95 Euro per bak, en dat terwijl het paneel dat er op rust maar 150,- Euro kost. Een goede manier om de prijs van installaties hoog te houden. In vergelijking zijn aluminium steunen in verschillende vormen goedkoper, maar dan is de installatie iets bewerkelijker. Alle typen steunen zijn berekend op de levensduur, maar toch is er verschil, met name of het metal wringt door de wind, iets dat op den duur tot schade leidt.
Er werd voor witte panelen gekozen omdat deze iets koeler blijven en dus iets meer opbrengen. Ze zijn bovendien goedkoper.
Nadat duidelijk was hoe groot de bakken waren en de panelen er op, en met in achtneming van de optimale configuratie tussen omvormer en panelen, werd geadviseerd 9 panelen te plaatsen. 9 maal 250 WattPiek, dus 2250 Wp. Deze hebben met een gemiddeld rendement van 850 kWh/1000 Wp (is hoger aan de kust), ofwel 1900 kWh een opbrengst van ongeveer 400 Euro per jaar. Een paneel van 250 Wp met opbrengst van rond de 30 Euro/Jaar zou zich dus in 5 jaar terugbetalen.
We konden de gewenste bakken in Belgie kopen, het merk Renusol had goede documentatie. Dit maakte de installatie een stuk makkelijker omdat nu het grind van het dak gebruikt kon worden. Na weging bleek dat het grind dat in de bak past (dat op die plek van het dak verwijderd moest worden) iets meer dan het vereiste ballast gewicht had. Dus het was een kwestie van opvegen, bak plaatsen en vullen.
De panelen hebben gaten voor bevestiging, en met een boor werden die op de juiste plaatsen in de bakken geschroeft, waarna deze mbv een verstevigings clip aan de bakken werden bevestigd. Daarbij werd wel gelet op het uitsteken van de kabels. Intussen werd onder het dak de omvormer opgehangen. De klant had een extra groep in de badkamer aangelegd, die nu gereserveerd zou worden voor de omvormer. Er zit een DC schakelaar in de omvormer, een model voor buiten. De ventilatie was een zorg, niet vanwege oververhitting, maar vanwege het rendementsverlies tov een koude ruimte. Ventilatie tussen het huis en de ruimte waar de omvormer hangt maakt dat de warmte nog nuttig gebruikt wordt, ook al is het max 12% van 15% van de warmte die op de panelen valt (dus voor warmte kun je beter in collectoren investeren).
De klant wilde de panelen verspreid over het dak neerzetten om de lastconcentratie minimaal te houden, dat betekende wel dat er extra kabels nodig waren. De configuratie bestond uit een ring dus vanuit de buis waar de airconditioner door verbonden was in serie rond en terug de buis in. Dit was optimaal volgens de omvormer rekensoftware. U ziet hieronder de panelen met een hoek van 30 graden, terwijl 20 graden vaker gezien wordt (en standaard is omdat je dan meer panelen kwijtkunt), maar die lage hoek zorgt voor minder opbrengst en bij sneew blijft deze makkelijker liggen. Zolang de tussenruimte het toelaat is 30 graden dus te verkiezen.
Zonnepanelen zijn een stuk goedkoper geworden en de stroom prijs is met procenten gestegen. Toch is het terugverdienen van een systeem nog steeds een kwestie van 8-9 jaren. Dit komt doordat arbeid en de omvormer en in dit geval de steunen een vreemd hoge prijs hebben. De zakelijke afwegingen maken dat prijzen steeds stijgen tot ze liggen waar de afzet acceptabel is. Het zou voor de transitie naar een schone welvaart beter zijn als de winst die op onderdelen voor hernieuwbare energie installaties gemaakt mag worden aan banden werd gelegd, misschien in combinatie met investeringsregels die bv. de rente of maximale aflossingstijd afhankelijk maakt van het hernieuwbare energie rendement. Dit zal in gasverslaafd Nederland echter niet al te snel gebeuren.