De paradox van het fossiele pensioen, of waarom het ABP niet kan Desinvesteren

Grote kans dat elke maand een deel van uw inkomen naar uw pensioen gaat. Dit geld wordt voor u gespaard zodat u als u de pensioen gerechtigde leeftijd bereikt uw pensioen kunt ontvangen.

Geld dat wordt gespaard heeft geen betekenis. Geld is immers een ruilmiddel. Of er nu 1,- euro of 1.000.000,- euro op een bankrekening staat, het maakt niemand een klap uit als er niks mee wordt gedaan. Er hoeft geen product gemaakt te worden of dienst beschikbaar te zijn die met het geld gekocht moeten kunnen worden. Het begrijpen van de consequenties hiervan is even denken.

Geld dat stilstaat op een rekening heeft geen enkele betekenis. Als het er 100 jaar staat en je wil het uitgeven kan het wel waardeloos zijn geworden door bv. inflatie, of de muntsoort bestaat niet meer. Dit risico is duidelijk als je 100 jaar neemt, maar het geldt elke dag. Als je geld niet gebruikt is het niet duidelijk wat het waard is.

In plaats van sparen kun je ook beleggen. Dan geef je het geld aan een bedrijf in ruil voor een certificaat, een aandeel. Dit aandeel heeft geen vaste waarde want het wordt elk moment gekocht en verkocht. Daarmee wordt duidelijk zichtbaar dat de waarde van uw geld variabel is.

Een aandeel is een vorm van geld. En net als geld zoeven is de waarde van een aandeel pas duidelijk als het wordt verkocht. Men zou kunnen zeggen dat een aandeel eigendom geeft van een deel van een bedrijf, maar je zult dit als gewone aandeelhouder nooit kunnen doen gelden. Je hebt een aandeel in handen, een muntsoort, met variabele waarde tov de officiele muntsoorten. Net als met normaal geld hierboven is een aandeel dat niet wordt verhandeld van onzekere waarde. Het enige verschil is dat de prijs van een aandeel kan stijgen, en dat heet rendement, of het keert divident uit.

Rendement op een aandelen portfolio uit zich in een toenemende nominale waarde van de verzameling aandelen. Dit kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld : de banken hebben meer geld in omloop gebracht, en dus is er meer geld dat het zelfde aantal aandelen probeert te kopen, en dus stijgt de prijs. Of : mensen geloven dat de prijzen gaan stijgen en zo stroom er meer geld richting de aandelen. Het omgekeerde kan ook.

Het rendement heeft geen enkele betekenis als de aandelen niet worden verkocht. Het is een geruststellend iets dat het getal steeds hoger wordt, maar in reele termen heeft het geen enkele impact. Stel een pensioenfonds heeft miljoenen aandelen met een gezamelijke waarde van 300 miljard Euro, dan heeft dit geen enkele betekenis. Waarom niet? Omdat je niet weet of als men die 300 miljard zou proberen te besteden, er producten en diensten ter waarde van 300 miljard te koop zouden zijn.

We gaan er van uit dat als we geld hebben, we dit kunnen besteden, maar dat is helemaal niet gezegd. Stel we wonen op een eiland met twee bakkers die voor 100 mensen elke dag 50 broden bakken voor 1 euro per stuk, als we dan op een dag met 5000 euro bij de bakker komen kunnen we geen 5000 broden kopen. Die zijn er niet, de grondstoffen zijn er misschien zelfs niet zoals eieren die door een paar kippen gelegd moeten worden.

In onze economie is een zeer strak spel bezig waarbij de beschikbare hulpbronnen worden geproduceerd, verwerkt en verkocht, meestal met fossiele brandstoffen, en meestal met exact de hoeveelheid brandstoffen die op elk moment beschikbaar zijn (anders zouden er reserves ontstaan). 300 miljard die opeens ook aanspraak gaat maken op de op dat moment geconsumeerde fossiele energie zal voor problemen zorgen.

Wat wel kan is deze 300 miljard in financiele instrumenten steken, andere aandelen etc. Waarom? Omdat die 1. Niks kosten om aan te maken en 2. Geen belasting zijn voor de bestaande hulpbronstromen en reserves. Zie daar waarom er een financiele sector bestaat : Geld onschadelijk maken. De financiele sector zal alles doen om geld te doen verdwijnen, vooral geld van burgers, beleggers, instituten die geen bank zijn. Een bank kan enorme geldreserves opbouwen, het zal deze nooit zo inzetten dat dit hulpbronconsumptie betekent. Dat is niet de functie van een bank of beleggings instituut. Een bank kan wel investeren maar moet dan goed opletten of de hulpbron balans in de markt niet wordt verstoord. Hiervoor zijn allerlei analyses mogelijk, risico, competitie (dwz je neemt de hulpbronnen die een ander graag had gebruikt).

Er is dus een deel van het bankwezen dat op allerlei manieren geld laat stromen in het bedrijfsleven waardoor weelde ontstaat, en er is een deel dat geld vasthoudt en zorgt dat het geen belasting is voor onze planeet. Als bank zijnde met de ontwikkelde complexiteit en de excuus mechanismen zoals risco analyses is precies sturen hoeveel geld er in feite besteed wordt een fluitje van een cent, en dat is nodig omdat de fossiele aanvoer kan varieren. Banken hebben dus de absolute leiding over het tempo van consumptie van met name de belangrijkste hulpbron fossiele energie.

Als een pensioenfonds in fossiele aandelen belegt met een zeker rendement dan geeft dat geen enkele zekerheid over de waarde van het pensioenfonds. Niet alleen kan de waarde van het aandeel in bv. Euro’s stijgen en dalen, maar de waarde van de Euro in termen van koopkracht kan ook stijgen of dalen. De waarde is onzeker, maar het belangrijkste is dat het geld niet wordt gebruikt. Het bestaat in feite niet.

Dit mechanisme van pensioenen was tot nu toe geen probleem omdat er altijd voldoende fossiele energie en hulpbronnen waren om wanneer het pensioen vrij kwam de koopkracht ervan waar te maken zonder prijsverstoringen. Dit heeft met de populatiegrootte vs de hulpbron voorraad te maken. Als de hulpbron voorraad niet te beheersen is dan de populatie wel, en misschien niet meteen met oorlog, maar met koopkracht. In Griekenland en Spanje, Portugal en Ierland hebben mensen een stuk minder te besteden gehad, en dus konden andere landen die hulpbronnen consumeren. Dit werd en wordt zichtbaar georganiseerd door de banken, ECB, IMF, consultancy firms die analyses maken etc.

Wat nou als een pensioenfonds met 300 miljard in kas besluit dit te gaan investeren in hernieuwbare energie ipv fossiele aandelen. Dit is een totaal ander verhaal. Stel er word 10 miljard geinvesteerd dwz er wordt voor dat bedrag windmolens en zonnepanelen geproduceerd. Dat betekent plotse fossiele consumptie, in de fabrieken, de aluminium smelterijen, logistieke keten, staalindustrie. Dat betekent een schok door het systeem. Prijzen zullen stijgen omdat het systeem er niet op is berekent dat iemand opeens zulke  bedragen uitgeeft. Dit kan alleen als er van tevoren is gekeken of het kan, dwz economen schetsen een beeld van “Er kan weer geinvesteerd worden”. Wanneer zeggen ze dat? Als ze een sloot olie op de markt zien verschijnen.

Afgezien van de schok die het plotseling opeisen van 300 miljard aan hulpbronnen zou betekenen zou de fossiele sector dit ook niet op prijs stellen. Hun brandstoffen zouden gebruikt worden om hen overbodig te maken. Dat zou ten kosten gaan van het aandeel, en hen in het spel dat gespeeld wordt ten gronde kunnen richten. Dan zou er GEEN brandstof beschikbaar zijn om ook maar iets te maken, vervoeren etc. Dan zou alles vastlopen en er net zoveel choas ontstaan als bij een totale financiele crach. Logisch, want geld zou niks meer waard zijn. Zo zijn fossiele energie en geld onlosmakelijk verstrengeld. Ik noem geld daarom ‘carboncredit’.

Dus het pensioenfonds zegt dat het zijn best doet, dat het probeert de CO2 uitstoot te verlagen. Dat het een microscopisch deel van het vermogen wil investeren in hernieuwbare energie. Het kan niet anders. Beleggen in fossiel is geen keuze, het is in een fossiele economie, rekenend op een fossiel pensioen, afgesproken werk. De fossiele sector zoekt zelf wel pensioenfondsbeheerders die dit zo houden.

Een echte exit richting hernieuwbaar is natuurlijk prima mogelijk. Het is zelfs zo dat met een klein deel van zo’n 300 miljard een productie keten van bv. windturbines kan worden gecreerd die niet afhankelijk is van fossiele hulpbronnen, en die dus ongehinderd capaciteit kan bijbouwen, energie capaciteit, die gepensioneerden warm, gevoed en van de gewenste weelde kan voorzien.

De fossiele sector zal er echter alles aan doen om dit te voorkomen. Mensen in die sector willen hun loopbaan behouden en daar voor vechten. Willen we wel naar hernieuwbaar dan zullen we moeten terugvechten. De partij die voor de burgers moet vechten is de regering, maar die regering is verstrengeld met het pensioenfonds. De regering laat zich zelfs door banken voorschrijven wat de regels voor pensioenfondsen moeten zijn, zodat deze een net eventueel plukbaar reservoir worden van ongebruikt geld.

Wil men iets aan deze situatie veranderen dan zijn de stappen 1. Vervang het bestuur van het pensioenfonds door mensen die hernieuwbaar rendement willen creeren. 2. Houdt de fossiele sector in de houdgreep zodat wordt meegewerkt. 3. Houdt de banken (en consultancy firms etc.) buiten de deur bij de beslisingen over het meest effectief besteden van het geld.  Dit alles zou onder een regering moeten gebeuren die niet is bevolkt door lakeien van de fossiele sector of mensen die dromen van een zacht baantje in die sector na hun ambtstermijn.

De materialisatie van bovenstaande stappen is in de huidige context lastig voor stellen. Voorlopig rest dus als enige optie dat mensen andere gelden richting hernieuwbare energie sturen, zodat er daar een machtsbasis ontstaat die tegen die van de fossiele sector op kan. Dat of een miraculeuze herbezinning onder de mensen uit de genoemde stappen.

Frits Rincker