Random : Onafhankelijke Journalistiek en Hoe Om Te Gaan met een Econoom

Luisterend naar een discussie tussen journalisten over verschillende ‘modellen’ (en wat te doen met banken) verbaas ik me over de rode lijnen die belangrijk worden gevonden. Fons van der Poel hield praatjes bij de ABN AMRO en dat kostte hem zijn baan. Waarom vraag ik mij af? Men veronderstelt dat hij de informatie over ABN AMRO beinvloedt? Als hij wordt ontslagen dan kunnen ze bij Nieuwsuur ook wel eens huishouden, want die hebben ook een paar merkbare blinde vlekken (op energie gebied met name). Journalistiek heeft een bias, dat is nu eenmaal zo. Zuivere journalistiek is die waarvan jij denkt dat het conformeert aan de realiteit, maar hoe goed ken je die zelf?

Maar het gesprek gaat door. Een van de sprekers heeft 160.000 Euro subsidie gekregen van het Rijk, dwz de belasting betaler. Heeft dat geen sturende werking? Nee wordt beweerd. Het geld is inmiddels op, er is voor Elsevier gewerkt (financiele katern). Maar er moet toch iets te verzinnen zijn dat journalistiek structureel loont? Hoe zit het dan met leden sites? Dat doen bepaalde websites, die hebben leden. Moet je die dan bekend maken, want ze geven geld? Misschien geannoniemiseerd?

In mijn oren klinkt dit als valse voorzichtigheid. Het heeft te maken met wat een journalist is. In mijn ogen is dat gewoon iemand die schrijft, beschrijft, wat zich voordoet of wat belangrijk is. Daarbij zijn onmiddelijk sturende factoren in het spel, de taal, de komaf, de kennis van de situatie waarover wordt geschreven, de schrijfkunst, de realiteitszin van de betreffende persoon (die afhangt van hoe actief hij/zij is).

Het is voortdurend een ontwikkeling, er is een mooi boek geschreven over bv. de ABN AMRO, dat het een wild west zootje was. Dat leest iedereen, dat vormt de mening van menig journalist, of in ieder geval plaatst het een bepaalde bril op zijn/haar neus. Iemand die een tijdje in de City heeft gewerkt zal een heel andere bril ophebben. Beide kunnen desalniettemin steevast geloven in geld en banken in het algemeen.

Mijn punt is dat een journalist iemand is met een afwijking. Om een of andere reden wil deze persoon iets aan de wereld meedelen. Misschien is het heldendrang en hoopt hij/zij boeiende vergezichten van ongekende oorden aan de wereld te schenken, blikverruimend. Mischien is er de drang een jammerklacht van een gekwetste stemloze minderheid onder de aandacht te brengen. Of misschien zoekt deze persoon naar een gesmeerde boterham door via een ledensite goed gelezen stukken te publiceren. De wereld zit niet te wachten op een journalist, de journalist wil zichzelf zijn en doet dat in principe ten koste van de wereld, want hij kan ook gaan afwassen en dan klaagt daar niemand over.

Dit maakt dat inkomsten uit journalistiek nul kunnen zijn. Men zit er net zo op te wachten als op die miljoenen ongelezen schrijvers wiens verhalen tegenwoordig in eindeloze miljoenen e-books op internet te vinden zijn of als stapels papier in enveloppen bij de uitgevers liggen te verstoffen. Journalistiek is een onvrijwillige lifestyle, een journalist is een kunstenaar.

Waar de heren het over hebben is politiek. Dat wil zeggen dat je een bepaalde groep die bepaalde doelen heeft door je onderzoek en schrijfwerk een bepaald moreel of praktisch overwicht geeft over een andere groep. Dat is een zeer invoelbaar aspect. De een is voor Wilders en schrijft dus stukken over de ellende die radicale islam (of de gewone) veroorzaakt. Journalistieke stukken. De ander is zeer links en schrijft over het basis inkomen, of vluchtelingen opvang, omdat mensen die begaan zijn met andere links zijn, en linkse mensen meer begaan zijn met anderen (is wetenschappelijk aangetoond).

De verwarring over bv Fons de Poel is dat hij natuurlijk de feiten probeert te melden. Als de ABN AMRO een persbericht produceert kun je dat alleen maar voorlezen. Als je dan ‘kritische vragen’ stelt in Brandpunt kun je op allerlei punten kritisch zijn, de beursgang, wanneer, waarom, waar blijft het geld. Is het zo belangrijk dat hij door de Bank in de watten is gelegd? Zit je niet al met je oogkleppen en lawaaidemper op naar BRANDPUNT te kijken, hopend op een verontwaardigd gevoel waarbij je zelf een moreel superieur standpunt kunt bedenken, zodat je lekker kunt gaan slapen?

Nou die Fons de Poel die heeft het geweten. Maar moet je dan eens naar deze ‘journalisten’ luisteren (typ de hele tijd bijna hournalisten). De spreker Eric Smit van FTM aan het woord. “Geld is een frequentie”. “Banken hebben een nutsfunctie, ze willen wel meer bijvoorbeeld een BEURSGANG (oeeeww)”,”In de crisis is de geldkraan naar het midden en klein bedrijf dichtgedraaid”. Aaron van Wirdum vraagt of banken zo wel hun nutsfunctie vervullen. Dat vindt Erik lastig. Maar het verlossende woord komt er al snel uit “Ik ben Econoom”. WTF. Dat is een politieke affiliatie. Dan heb je een aantal jaren indoctrinatie doorlopen die je in staat stelt de meest scherpe vragen te pareren met vage verwijzingen naar “frequenties”.

De aanvliegroutes die een econoom tegen het lijf loopt zijn in aantal beperkt en bekend in economische kringen. Economen praten met je om eventueel nieuwe te ontdekken. Het enige wat je wint bij het begrijpen van een econoom is een kans op een carriere als econoom

De standaard riedel van economen komt inderdaad uit de verf bij Erik. Hij is een propagandist voor het bestaande systeem, waarin banken een buitengewoon geldscheppend recht hebben en de maatschappij belasten voor het gebruiken van dit ruilmiddel. “Ik ben helemaal niet voor een staatsbank per se ” (echt?) “Die taken zullen worden uitgevoerd met bepaalde rendementseisen” (van wie? oh de banken!) Een econoom kan eindeloos elk soort perspectief uit zijn mouw schudden, tegelijk een gedeeld uitgangspunt bezettend (“Er is een kartel!”) en de belangen van banken in de gaten houden (“Er moet rendement zijn”). Paul Buitink en Aaron kunnen van alles zeggen, een goede econoom heeft overal een antwoord op.

De knieval van de econoom is  “Banken moeten kapot kunnen gaan”. Oh, maar dat doen ze al.

Aan de ene kant kan men zeggen dat banken al kapot gaan. Aan de andere kant kan men zeggen : Het financieel systeem mag niet kapot gaan ook als de banken er een spagetti van maken, simpelweg omdat onze voedseldistributie, energiedistributie, logistiek, medische zorg etc. etc. plaatsvind via de rekeningen van banken en met papier en krediet in het bankair systeem.

Een econoom verwacht dat mensen een markt scheppen, en dat ze alles wat los en vast zit naar die markt zullen slepen. Gebeurt dit niet dan valt hij/zij van zijn stoel, want hij/zij heeft geleerd dat mensen altijd zo suf zullen zijn om alles naar de door de econoom bewierookte markt te brengen

Dus 99% van de banken kunnen al kapot gaan, en de laatste 1% mag idd niet kapot gaan. Dit feit leidt echter tot een verkeerde attributie van macht en invloed richting banken, en daar maken de mensen in de banken gretig misbruik van. Macht.


Econoom die ziet dat mensen de bezittingen niet meer naar zijn markt brengen of met zijn geld ruilen

Deze ‘journalisten’ hebben nog geen notie van het onderwerp wat ze onder handen nemen want ze letten niet op de oorsprong van alle activiteit die we organiseren met krediet, bitcoins, whatever, namelijk energie. Wie is daar de eerste eigenaar van, en als jij en ik dat zijn, heeft een bank dan nog het recht dit te verdelen met zijn geld. Je moet eerst de productie kant van goederen en diensten in je macht hebben, dan kun je zelf je geld verzinnen. Nu is dat aspect het laatste waar men het over heeft.

Maar de les die ik zou dicteren is de volgende :

VRAAG EEN ECONOOM NIETS. HIJ GEEFT jE EEN KLUITJE EN STUURT JE IN HET RIET

De heren die geen econoom zijn zouden zich moeten realiseren dat ze een andere politiek richting in willen dan de econoom, en dat het dus geen enkele zin heeft om vragen te stellen of invloed proberen uit te oefenen. Je ziet dat iemand die zegt dat hij de antwoorden heeft prima in staat is om te zorgen dat niemand deze ooit vind, vooral omdat die er in het economisch systeem niet zijn, het is een bastion van geld scheppend privilege, beschermd met verkeerd geplaatsde emoties. Een symboolwaan waar een econoom je beroepsmatig in indoctrineren.

De ‘journalisten’ zouden hun  politieke kleur moeten vertalen in journalistiek werk met als doel het bekend maken van alternatieven, want die zijn er natuurlijk. En daar zullen ze vast ook voor beloond  worden.