Thomas von der Dunk en de Carbon/Credit Economie

In zijn stukje in de Volkskrant vandaag zet Thomas von der Dunk eindelijk eens een paar redenen op een rij waarom onze conservatieven zo tekeer gaan tegen duurzaamheid. Hij noemt twee factoren, de zakelijke en de culturele. 

"Toen Balkenende en paar jaar terug als een van zijn speeltjes met een kennisforum aan kwam zetten, werd dat niet door onafhankelijke geesten als inventieve uitvinders en ondernemers bevolkt, maar pionnen van de grootste bedrijven. Die wilden zo een vinger in de pap houden opdat vooral hun conserverende belang werd gediend.

Iets verderop zegt hij

"Wel, wie Nederland plus energie zegt, zegt Shell. Daar zitten ze niet allereerst te wachten op het aanmoedigen van de concurrentie in de vorm van een heel nieuw product dat zij niet zelf kunnen monopoliseren."

Dit zijn echter geen onafhankelijke zaken. De productiekosten voor de bedrijven hangen af van de grondstoffen die ze gebruiken. Als dat vloeibare brandstof is, plastic en als ze daarvoor een zacht prijs krijgen zoals bv onze bloementelers (geen belasting) dan hebben we het hier over maar 1 factor, de fossiele industrie die een product levert waar productie en handel van afhankelijk zijn. De reden van de conservatieve bias tegen duurzaamheid is dat het een omslag betekent en dat daarvoor geen reserves bestaan onder de een moordende competitie van de ‘markt’. 

Maar er is een tussenpersoon in deze die zich onzichtbaar maakt. Het bankwezen. Naast een regering die subsidies geeft zijn de banken de enige die de ruimte kunnen scheppen voor investeringen in hernieuwbare energie bronnen. De banken beheren de markt en beinvloeden die sterk met oa derivaten en flash trade van aandelen. Ze hebben die macht niet omdat ze iets hebben waarmee we werkelijk produceren, maar omdat we banken de controle hebben gegeven over het ruilmiddel waarmee we bij de fossiele industrie kunnen aankloppen voor de belangrijkste grondstoffen, olie, kolen en gas. Von der Dunk heeft het hier niet over. Hij belicht wel de consument van fossiele industrie (het bedrijfsleven) en de producent (Shell) maar niet de handelaar en arbiter van de markt, de banken. 

Het deel waar von der Dunk verklaart dat we geen industriele natie zijn is niet correct, we zijn een van de eerste industriele naties in de wereld, met onze molens die van alles verwerkten. We hebben hoogovens (gehad), hij heeft mischien nooit van Chemalot gehoord. Nederland heeft misschien minder industrie nodig gehad en is/was zeker een handels natie. Denemarken is de basis van Maersk, maar wij hebben Vopak. De afhankelijkheid en ruilhandelspositie die deze industrieen ons land geven is belangrijk voor het verkrijgen van zaken die we zelf niet kunnen of willen maken. Deze industrieen zijn ook afhanlijke van fossiele input.

Als von der Dunk schrijft dat we onze maak industrie stilzwijgend over de grens hebben laten verdwijnen vergeet hij dat dit door twee factoren werd mogelijk gemaakt : De lobby en de beschikbaarheid van fossiele brandstoffen in de overzeese productielanden (want die stond toen nog vrijwel volledig onder controle van de VS). De lobby bestond omdat de verhuizing geld oplevert voor de logistiek en voor de brandstof verkopers en voor de financiele intermediars, de banken. Dat is niet omdat we in Nederland geen dingen willen maken. 

Raakt von der Dunk aan de kern van de zaak? Niet echt. Hij concludeert dat ook onze logistieke sector meer heeft met olie dan met wind energie. Dat is omdat de brandstof nog steeds vloeibaar en fossiel is, een toevalligheid. Zijn blinde vlek ligt in de verbindende factor tussen al onze activiteiten, en het belang dat deze factor heeft in get behoud van een structuur waarin ze essentieel zijn, de banken en het bankwezen.

Het is niet het cultuur historisch besef in Nederland waar de conservatieven zich door laten leiden, het is het risico voor de cashflow en voor de rol van Nederland in de wereld die het dwingt zich in de dodelijke omhelzing van de fossiele energie vast te klemmen. Kijk naar landen die de greep op de fossiele brandstof verliezen, zoals Engeland en Spanje. We moeten dus een goede afzet markt blijven voor olie, kolen en gas, en bovendien, voor mensen met zelfvernietigingsdrang is er de constatering dat er geen gebrek is aan bv. aardgas. Als de toendra’s van Siberie smelten en Statoil het clathrate gas weet aan te boren dan zitten we er voor de laatste 500 jaar van het bestaan van de mensheid nog best warmpjes bij. Al dit verbranden rechtvaardigt een hoop bewegingen van Euro’s over de hele wereld en dat is waar het om gaat. De Carbon ziet von der Dunk wel, maar de credit zijde van de vergelijking wordt door hem zwaar onderbelicht. 

De oplossing is om de macht om geld te scheppen terug te nemen van de banken. Dit kan op 100.000 manieren worden gesabotteerd dus moeten de banken meteen op de schop. De truc is om twee valuta’s te maken, een voor fossiele brandstoffen, een voor alle andere transacties, dwz wie benzine nodig heeft moet een bepaalde muntsoort gebruiken die een deel van het inkomen vormt. Financiering in die muntsoort is alleen nodig voor projecten die fossiele brandstoffen gebruiken. Er is ook financiering mogelijk in een andere muntsoort waarmee alles behalve fossiele brandstoffen kan worden aangeschaft, dus bv. alleen 100% groene stroom (groen gas is niet groen). De groene krediet verstrekkking is voor de banken, de zwarte krediet verstrekking wordt aan strengen banden gelegd (gereserveerd voor essentiele functies en de aanleg van hernieuwbare energie bronnen). We ransoeneren zo de fossiele brandstoffen en ja, dat kost een hoop banen. De upside is dat we ontdekken hoe onze economie 100% groen kan zijn, want dat kan. We ontdekken dat groene energie krediet zeer lokaal is en dus niet echt geschikt voor wereldhandel, dat we dingen dus beter zelf kunnen maken en dat dat goed is voor de werkgelegenheid. In plaats van de olie productie te nationaliseren om deze aan iedereen ter beschikking te stellen moet deze worden genationaliseerd om hem zo snel mogelijk af te bouwen. Onze competitieve industrie is dat alleen omdat het in competitie is voor de grondstof energie. Dit proces hoeft niet ten koste te gaan van onze welvaart, maar zal wel een probleem zijn voor de ‘economie’ vanwege het verdwijnen en opdrogen van cashflows. We kunnen niet wachten tot dat inzicht bij rechts Nederland dat aan deze cashflows verslaafd is, het deel van de politiek dat vast zit aan fossiel.

Leave a Reply